top of page

Column 4: De zee

In januari en februari publiceert Hebban, de website voor de grootste lezerscommunity van Nederland en Vlaanderen, zes columns van mij. Jee! Deze reeks columns gaat over het schrijven van mijn boek en over het vinden van een uitgever, en een illustrator... Deel 4.

We spraken af, de uitgever en ik, wanneer het tweede deel klaar zou zijn. Bijna drie maanden had ik, en bijna de helft van deel twee. Een tijd geleden al had ik ontslag genomen als docent. Ik was verhuisd en had in mijn nieuwe huis een klein Bed & Breakfast geopend. Elke ochtend vloog ik uit bed, achter mijn hoofd aan dat vóór het ontwaken al vertrok. Als mijn gasten aan hun ontbijt zaten kroop ik achter mijn computer. Als ik geen gasten had kroop ik rechtstreeks uit bed achter mijn computer. Alleen wanneer mijn maag knorde nam ik pauze. ’s Avonds laat viel ik in bed en, wanneer mijn personages eindelijk hun klep hielden, in slaap. Elke dag begon ik met herlezen en herschrijven wat ik de dag ervoor had geproduceerd. Dan zat ik erin en schreef ik verder. Honderden woorden per dag, soms meer dan duizend. Met het verhaal al goed in mijn hoofd kon ik uitrekenen hoeveel woorden ik per dag moest schrijven om deel twee binnen de afgesproken termijn af te maken. Ook had ik twee weken uitgetrokken om het aan proeflezers te geven en het nog eenmaal te herzien. Daarna zou ik het opsturen. Naar mijn uitgever, die ernaar uitkeek. Wat een luxe! En toen maakte een vriendin een einde aan haar leven. Ik wist dat het niet goed met haar ging. Daarom zagen we elkaar extra vaak. Ik kookte regelmatig voor haar, bijna dagelijks kwam ze een knuffel halen of brengen. Maar dit… Dit had ik niet zien aankomen. Niet verwacht. In mijn agenda stond nog dat ze zou komen eten. Op die dag was haar begrafenis. Een lieve, hartverscheurende afscheidsbrief had ze geschreven. Slaappillen opgespaard en ingenomen, en zo was ze ’s nachts gaan zwemmen. Haar auto netjes geparkeerd achtergelaten, haar kleren keurig opgevouwen op het strand. Tien dagen lang kon ik me nauwelijks bewegen, laat staan schrijven. We waren zo dichtbij elkaar geweest. Ze was zo welkom. En dat had niet geholpen. Wat eenzaam, wat verdrietig. Tegen beter weten in voelde ik me ontzettend schuldig. En ik niet alleen. Het was overweldigend druk op haar begrafenis. Haar diep geraakte ex-man las haar brief voor, haar heldhaftige zoon sprak prachtige en vreselijke woorden. ‘Ze was ervan overtuigd geraakt dat de wereld beter af was zonder haar. Lieve mama, wij allemaal weten het zeker: de wereld is níét beter af zonder jou. We hopen dat jij een beetje beter af bent zonder de wereld.’ De zee speelt een grote rol in mijn boek. Ik houd van de zee en zou er niet ver vandaan willen wonen. Ze inspireert en geeft een gevoel van ruimte en vrijheid en een zalig geluid. En ze neemt. Zestien jaar geleden is ook mijn reservemoeder verzwolgen door een zee. Om niet te noemen alle verdronken vluchtelingen in weer een andere zee. Alle zeeën en oceanen staan met elkaar in verbinding, hun water stroomt over de hele wereld. Langs ons. Dat vind ik een troostend idee. Dag elf kon ik me weer bewegen. Gedesoriënteerd, als na een nachtmerrie, ging ik achter mijn computer zitten. Tien dagen later dan ik had berekend stuurde ik deel twee naar de uitgeverij. Tien dagen te laat door wat er met mijn vriendin was gebeurd. Dat vertelde ik de uitgeverij niet, het zette me wel aan het denken. Ik had alles opzij gezet om te schrijven, wat vanzelfsprekend leek, maar ik had geen enkele ruimte ingecalculeerd voor onverwachte gebeurtenissen. Bovendien had ik zo hard gewerkt dat ik inmiddels slecht sliep. Ik kreeg mijn hoofd niet meer rustig, dat ging maar door. Van deel drie stond nog nauwelijks iets op papier. Zes maanden leek me realistischer voor dat laatste deel, dan kon ik in een iets langzamer tempo schrijven. Een week (!) nadat ik mijn envelop had gepost kreeg ik een mailtje. Het enige dat erin stond was: Beste Arienne, Ik heb met veel plezier het tweede deel gelezen. Wanneer komt het laatste deel? Ik verheug me erop. Het eerste deel had ik tijdens de cursussen van Scriptplus eindeloos herschreven en bijgeschaafd. Het grootste stuk van deel twee stond in één ruk op papier en dat vond de uitgever óók leesbaar. Maar zouden ze begrijpen dat ik nog zes maanden nodig had? Na zes maanden zouden ze mijn verhaal vergeten zijn! Dus mailde ik terug met de vraag of ik mocht langskomen. Wordt vervolgd…

Recent
Archief
bottom of page