top of page

Max & Nox 2


En dan hierbij het tweede deel van Max en Nox. Niet zo goed als dat van de winnares van de schrijfwedstrijd natuurlijk, want ik had niet aan een broodje brandnetel gedacht. Laat staan aan een slaapfeestje met een spook. Evien Kuyper heeft dat wel bedacht. Lees haar verhaal in Stach #4!


En ik heb dus valsgespeeld, want mijn deel 2 is langer dan de toegestane 500 woorden. Lees dit niet als je gruwt van iets langere verhalen, en trouwens, het is ook niet geschikt voor lezers met een zwakke maag!



DEEL 2


Kort legt Max het spook uit wat er aan de hand is.

‘Aha. Oké, ik zal je bijstaan.’ Nox klinkt plechtig. ‘Als ik maar niet hoef te spoken.’ En hij barst uit in spookachtig ‘moehaha’-gelach.

‘Bijstaan? Je bent een spook!’ roept Max uit. ‘Wat heb ik nou aan een spook dat niet spookt?’

‘Je moet wel opletten,’ zegt Nox. ‘Ik zei net dat ik liever naar school ga.’

‘Hoe wou je me dan helpen?’ vraagt Max teleurgesteld.

‘Ik ga je alleen iets vragen.’

Max zucht. Hij zou Nox best een slappe dweil willen noemen, of een vieze vaatdoek, maar dat is niet aardig. ‘Kom maar op met je vraag.’

‘Waarom pikt Tyr jouw lunch?’

‘Ja duh, omdat mijn eten veel lekkerder is dan zijn eten?’ Dom spook.

‘Dat is eigenlijk wel zielig voor Tyr,’ zegt Nox.

‘Hallo theedoek, aan wiens kant sta jij eigenlijk?’ Oeps, nou heeft hij Nox toch uitgescholden. ‘Sorry.’

Nox grinnikt. ‘Ik krijg wel ergere dingen naar mijn hoofd, als spook. En nee, spoken staan meestal niet aan de kant van de braverik.’

‘Dus ik ben de braverik.’ Max heeft echt niks aan dit spook.

‘Als jij het zegt. Terug naar mijn vraag,’ zegt Nox. ‘Als Tyr zijn eigen lunch niet lekker vindt en die van jou wel, wat doe je dan?’

Max staart het spook aan. ‘Ik kan mijn vader moeilijk om een vieze lunch vragen.’

Nox haalt zijn schouders op. ‘Mij maakt het niet uit, spoken lunchen niet. Maar ik zou Tyr een broodje van eigen deeg geven.’

‘Een koekje van eigen deeg, bedoel je.’

‘Ook goed.’ Ongeduldig deint Nox in de lucht op en neer. ‘Ik zeg toch dat ik naar school moet. Nou, kom mee, en vergeet je trommeltjes niet.’

Nox zweeft voor Max uit naar de lerarenkamer. ‘Stop suikerklontjes in een van je trommels,’ beveelt hij. Max snapt er niks van, maar doet wat Nox zegt. In de wc’s staat een raampje open. Nox vouwt zichzelf op en vliegt naar buiten, Max klautert erdoorheen.

‘Naar de schooltuin.’ Daar wijst Nox hem op een mierennest. ‘Zet de trommel met suiker erbij, maandag zit die vol mieren. Dat is één. Nu jij.’

Max denkt na. Iets smerigs voor in de tweede trommel... ‘Ik heb thuis een verzameling uilenballen,’ zegt hij. ‘Daar doe ik toch niks mee.’

‘Braakballen! Je wordt al beter,’ zegt Nox opgetogen. ‘En nu het allergoorste wat je kunt bedenken.’

‘Pfff...’ Max pijnigt zijn hersens. ‘Verse poep?’

‘JA!’ Het laken beweegt, alsof Nox in de lucht stompt. ‘Hèhè. Nu komen we ergens. Hee, toedelespokiedokie, ik zie je maandag.’ En weg is hij.


Het hele weekend houdt Max zijn poep op. Hij krijgt er buikpijn van, maar het is voor een goed doel. Tegen zijn vader zegt hij dat zijn broodtrommel nog op school is, wat niet helemaal gelogen is, want één trommel ligt in de schooltuin. Een andere zit vol met uilenballen. Muizenbotjes, snavels en veren van kleine vogels...

‘Tijd om naar school te gaan!’ roept Max’ vader op maandagochtend om acht uur.

‘Nog even naar de wc,’ mompelt Max.

In een broodtrommel poepen is heel gek, maar hij moet zo nodig... Het is een beetje vloeibaar. Wat een opluchting. ‘Sorry,’ zegt hij tegen zijn favoriete broodtrommel als die tot de rand vol zit. Voorzichtig doet hij het deksel erop. Zo blijft de smurrie lekker warm.


Max ziet Nox meteen. Hij heeft zichzelf in een gordijn gehangen, waar hij niet opvalt als je niet weet dat er een spook in de klas zit.

In de pauze zet Max zijn lunchtrommels op tafel. Hij klikt de klemmen van de deksels los. Zoals altijd is het weer hetzelfde liedje. Max moet wel protesteren om te zorgen dat Tyr geen argwaan krijgt, maar algauw geeft hij toe. De klas zegt zoals gewoonlijk niks.

Tyr schuift de stapel trommeltjes naar zich toe. ‘Hmmm, iets warms.’ Hij maakt de bovenste trommel open en springt op. ‘W-wat is dit?’

Max geeft geen antwoord en Tyr doet snel weer stoer. ‘Wat heeft je pappie jou vandaag meegegeven?’ Hij buigt zich over de trommel om de inhoud beter te bekijken. ‘Wat... Botten?!’

Nu staan de anderen ook op. Mooi, dan kunnen ze het beter zien.

Tyr probeert te lachen. ‘Arme Max. Wat heb je gedaan dat je dit moet eten?’ Hij snapt het duidelijk nog niet. ‘Eens kijken wat je pappie nog meer voor je heeft.’

Max haalt een liniaal tevoorschijn en houdt zijn adem in. Uit zijn ooghoek ziet hij het gordijn bewegen. Nox schudt van het lachen.

Tyr tilt het volgende deksel op. ‘Wat – iiiiieeeeeh!’ Hij gilt het uit en blijft gillen als woeste rode reuzenmieren razendsnel uit het trommeltje komen, recht op hem af, ze zijn giftig en als ze bijten jeukt het dagenlang. Tyr staat als aan de grond genageld, alleen zijn stembanden werken nog – hij krijst met zijn mond wijd open.

Met een zwiep van de liniaal mept Max de laatste trommel van tafel – en alle derrie belandt op Tyrs buik.

‘GADVERDAMME!!!’ brult Tyr. ‘STRONT!’

Poep glijdt en glibbert langs zijn benen. Zijn schoenen stromen over en even later staat hij in een bruine brij.

Nu begint de hele klas te joelen, kinderen rennen lachend en kokhalzend weg om de ramen open te zetten, en Tyr staat daar maar...

‘MAX! EN! TYR!’ dondert de stem van Pluim door het lokaal. ‘OP! RUI! MEN!’ De juf stuurt verder iedereen naar buiten en vertrekt zelf ook, met dichtgeknepen neus.


Max heeft nog nooit met zoveel plezier schoongemaakt. Hij gebruikt een hele rol papier en een halve fles afwasmiddel. Neuriënd werkt hij om Tyr heen. De mieren zijn verdwenen, gevlucht voor de stank. Tyr staat nog steeds als bevroren. ‘Wat moet ik doen?’ fluistert hij. ‘Ik durf me niet te bewegen.’

Max krijgt eindelijk medelijden. ‘Ik haal je gymspullen.’

Als Tyr zich heeft omgekleed, stinkt hij nog steeds. Hij kijkt Max niet aan. ‘Ik wil naar huis,’ mompelt hij. ‘Douchen. Maar als mijn moeder me zo ziet, wordt ze woest.’

‘O. Sorry,’ zegt Max. ‘Dat was niet mijn bedoeling.’

‘Weet ik,’ zegt Tyr. ‘Ook sorry.’

‘Geen probleem.’ Max voelt zich groter dan Tyr, nu. ‘Je kunt bij mij douchen, ik woon om de hoek.’

Als ze uit het raam klimmen beweegt het gordijn zachtjes. ‘Toedelespokiedokie,’ fluistert Nox. ‘Tot morgen!’


Comments


Recent
Archief
bottom of page